De KNHB heeft besloten alle hockeyactiviteiten en -competities, in navolging van het kabinetsbesluit, verder uit te stellen tot minimaal 28 april. De hockeybond hoopt niettemin dat er dit seizoen nog kan worden gehockeyd en heeft daarom diverse alternatieve competitiescenario’s voor topteams en breedteteams uitgewerkt.
‘We gaan nu nog niet zeggen dat de competities klaar zijn’, zegt KNHB-directeur Erik Gerritsen. ‘We krijgen van clubs en hockeyers massaal de reactie dat ze, als het enigszins mogelijk is, dit seizoen nog willen hockeyen. Het is voor de clubs ook van groot belang dat we daar het leven terugbrengen. Dat staat bij ons centraal.’
‘Enerzijds vanwege de financiën, maar ook voor de binding met en tussen de leden. We willen daarom zo lang mogelijk ernaar streven dat we dit seizoen nog kunnen hockeyen. We doen er alles aan de competitie op het veld te beëindigen en niet achter het bureau. Dat doen we juist omdat we de verenigingen centraal stellen.’
Scenario’s
De KNHB heeft daarom een aantal scenario’s uitgewerkt voor zowel de topteams als de breedteteams. Onder de topteams vallen alle standaardteams plus de teams die in de landelijke competities in de jeugd uitkomen. Onder de breedteteams vallen de andere ploegen, van veteranen tot de jongste jeugd. In alle scenario’s houdt de KNHB rekening met een voorbereidingstijd. Gerritsen: ‘We gaan voor geen enkel team een optimale voorbereiding hebben. Uiteraard is het wel de bedoeling de top iets meer tijd daarvoor te bieden dan de breedte bij wie de voorbereidingstijd wat minder speelt.
Scenario 1
Scenario 1 topteams: vanaf 28 april of begin mei weer naar buiten.
Gerritsen: ‘Dan zien we, ondanks de benodigde voorbereidingstijd, eventueel nog mogelijkheden de competitie af te kunnen ronden. Wel moeten we dan per competitie kijken of we dat doen met óf gewone play-offs, óf zonder play-offs óf met ingekorte play-offs. In dat laatste geval zouden we bijvoorbeeld alleen uit en thuis en met één finalewedstrijd kunnen gaan spelen. Maar dat zijn details, die kunnen we verder uitwerken.’
Scenario 1 breedteteams: vanaf 28 april of begin mei weer naar buiten.
Gerritsen: ‘We zouden dan bijvoorbeeld de teams in twee of drie poules kunnen indelen, waarbij ze in die poules onderling tegen elkaar spelen. Bij de jeugd, die net opnieuw is ingedeeld, kunnen we er ook voor kiezen om bijvoorbeeld een halve competitie te spelen. Dan hockeyen alle teams een keer tegen elkaar.’
Scenario 2
Scenario 2 topteams: vanaf later in mei of 1 juni weer naar buiten
Gerritsen: ‘Dan wordt het krap, maar zien we nog steeds mogelijkheden om de competitie op alternatieve wijze uit te spelen. We hebben wel minimaal drie weekenden nodig. We zouden dan de competitie in twee of drie poules kunnen indelen om die teams onderling een competitie te laten spelen. In die opzet zouden bijvoorbeeld in de Promotieklasse Heren nog steeds Schaerweijde, SCHC, hdm en Cartouche gezamenlijk strijden om het kampioenschap. Dat kan een heel mooi scenario zijn.’
Scenario 2 breedteteams: vanaf later in mei of 1 juni weer naar buiten
Gerritsen: ‘Net als voor de top geldt, wordt het dan wel kort dag. We zouden dan de competitie in drie poules kunnen verdelen, zodat de teams onderling toch nog lekker kunnen spelen en eventueel strijden om bijvoorbeeld promotie en degradatie. We houden er in dit scenario rekening mee dat we tot het laatste weekend van juni of misschien het eerste weekend van juli wedstrijden kunnen inplannen om zoveel mogelijk te kunnen spelen.’
Scenario 3
Scenario 3 top en breedte: 1 juli of later weer hockeyen
Gerritsen: ‘Dan kunnen we geen competitie meer spelen. Hoe we de lopende competitie dan afsluiten, besluiten we tegen die tijd. Maar daar gaan we vooralsnog niet van uit. Als de mogelijkheid er is, willen we juli ook gebruiken om te hockeyen. Dan denken eraan alternatieve competities of vormen te houden. We willen de clubs graag helpen om die te organiseren. Dat gaat natuurlijk op basis van vrijwilligheid, we zullen verenigingen tot niets verplichten.’
Gerritsen ziet voor de hockeysport niets in de optie om alleen de teams op het hoogste niveau wedstrijden zonder publiek te laten spelen. ‘Dat gaan wij niet snel doen. Het draait in onze sport om het terugkrijgen van het leven bij de verenigingen. De teams uit de Hoofdklasse, Promotieklasse en Overgangsklasse zijn verbonden met de breedte van de club en we streven ernaar voor iedereen gezamenlijk het hockeyen terug te brengen op de club. Bovendien zorgen deze teams voor de reuring en voor de baromzet waar ook die clubs zo naar snakken.’
De directeur verwacht, ondanks dat de clubhuizen nog weken dicht blijven, niet dat er in Nederland hockeyclubs omvallen. ‘Clubs kloppen wel bij ons aan voor advies en wij strijden voor vergroting van de noodfonds mogelijkheden voor clubs, maar de nood is gelukkig nog niet zo hoog dat ik bang ben dat het op grote schaal misgaat. Het is wel van belang dat we nu solidair zijn en leden hun club niet laten vallen in deze lastige tijd.’